Hij reed maar rond op zijn motorfiets en nooit wist ik wat er in zijn hoofd omging. Op een dag volgde ik hem naar zijn hut in het bos. Ik liep naar het hokje toe en duwde de deur met kracht open. Voor mij lag languit achterover op de houten vloer de motorman. Hij keek op, kwam langzaam overeind en staarde me aan met een vreemd rood gezicht. Ik wilde iets zeggen, maar voor ik daarin slaagde, verdween de motorman zonder ooit terug te keren. Ik nam mijn intrek in het huisje en woonde er uiteindelijk ruim twintig jaar. Het is waar wat ze zeggen: elk nieuw huis moet beter zijn dan het vorige.
Nyk de Vries